Iedereen kent de naam van vioolmaker Stradivari, maar de naam van tijdgenoot Hendrik Jacobs en zijn stadsgenoten kent vrijwel niemand. Het is een hiaat in de geschiedenis van ons cultureel erfgoed. Waar Italiaanse violen wereldberoemd zijn is men zich er niet van bewust dat er, 1000 kilometer ten noorden van het huis van Stradivari, in de 17de eeuw in Nederland strijkinstrumenten werden gebouwd van wereldniveau. Gedurende 80 jaar was er een groep vioolmakers in Amsterdam die instrumenten bouwden van ongekende schoonheid. Deze ambachtmannen woonde en werkte in de zelfde straten als de wereld beroemde Nederlandse schilders.
De aandacht is in Nederland altijd gevestigd geweest op de grote meesters uit de schilderkunst zoals Rembrandt, Vermeer, etc. maar men vergeet dat die meesters op straat en op de markt vioolmakers tegen het lijf moeten zijn gelopen die, net als zij, streefden naar de hoogste kwaliteit en die hun inspiratie opdeden in een stad waar culturen bij elkaar kwamen, kennis werd uitgewisseld en handelaren uit de hele wereld hun waar verhandelden. Aan de gebruikte kleurstoffen, de lakken, het hout en het gereedschap, kunnen we zien dat de Hollandse vioolmakers over de beste materialen beschikten en bovendien instrumenten onder ogen kregen uit bijvoorbeeld Italië, hoogwaardige instrumenten waardoor zij zich lieten inspireren.
Hubert de Launay verricht al 15 jaar onderzoek naar deze mysterieuze Nederlandse makers en zal tijdens dit festival een lezing geven over de Rembrandt van de Nederlandse vioolbouw: Hendrik Jacobs en zijn twee stiefzonen. Hubert werkt nauw samen met het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds, het Kunstmuseum Den Haag en het Rijksmuseum om samen het mysterie rond een verborgen stuk Nederlands cultureel erfgoed te ontrafelen en deze vioolmakers een verdiende plek te geven op het wereldpodium.